De Tijd
Het is donker
Een klein lijfje in mijn armen
Het andere
iets groter lijfje
slaapt rustig door
Ik probeer in alle vezels te voelen
Wat we hebben
Wat er is
Het nu
Zij klein
Ik de mama
Zorgen, overleven, en genieten
Het wisselt elkaar af
Buitelt over elkaar heen
Is bijna niet te grijpen
Het vliegt
Vervliegt
Die lijfjes worden groter
Alsmaar groter
Eigen mensjes
Straks volwassen
In de schemerkamer
Met die zachte ademhalingen
Dat kleine lijfje in mijn armen
Probeer ik even stil te staan
Er is alleen maar nu
En dat nu
Dat houd ik heel, heel stevig vast
